Aanwijzingen van de minister-president

Het is goed dat de bestaande praktijk waar het gaat om de onafhankelijke positie van rijksinspecties in de Aanwijzingen van de Minister-president op eenduidige wijze wordt vastgelegd. De uniforme positionering kan de huidige samenwerking stimuleren en bijdragen aan verdere versterking van de effectiviteit van het toezicht. Aldus Jan van den Bos, voorzitter van de Inspectieraad.

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid

In de Aanwijzingen voor de rijksinspecties wordt de ruimte van de rijksinspecties verankerd om zelf op basis van hun deskundigheid informatie te verzamelen, een oordeel te vormen, te adviseren en te rapporteren. Ministers en staatssecretarissen respecteren en garanderen die ruimte. De verankering van hun onafhankelijke positie stelt de rijksinspecties nog beter in staat om onpartijdig en met autoriteit te kunnen opereren naar hun werkveld, de burgers en beleid. De inspecties hebben onafhankelijkheid en onpartijdigheid nodig om goed en effectief toezicht te houden.

Tweede Kamer

Verdere uitwerking

Volgens Van den Bos leggen de Aanwijzigingen een voortgaande ontwikkeling vast. De komende jaren zullen de rijkinspecties binnen de Inspectieraad verschillende onderwerpen in de Aanwijzingen verder uit werken. Dit in samenspraak met beleid en werkvelden. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld hun signalerende en agenderende functie. Net als het delen van hun bevindingen met het veld, de burgers en het beleid en het transparant maken van keuzes en prioriteiten in hun toezicht.