Reuring!Café 'Toezicht in beeld'

Op 29 januari vond de 89ste editie van Reuring!Café plaats over het thema toezicht met maar liefst 180 aanwezigen. Toezicht houden wordt vaak geassocieerd met het handhaven van regelgeving. Dan denk je aan inspecteurs die speuren naar overtredingen, maar toezicht is zoveel meer dan dat. Daarover ging dit Reuring!Café. Wat houdt toezicht in, voor wie is die toezichthouder er eigenlijk en wat is belangrijk als het om toezicht gaat?

Een pittige mix van overtuigingen, meningen en uitspraken

In deze editie van Reuring!Café gingen de bankgasten, host Jan van den Bos en debatleider Mark Frequin in op de uitdagingen en dilemma’s waar we in toezichtland mee te maken hebben. Welke vraagstukken vergen het meeste toezicht? Hoe zorgen we, eventueel, voor een andere invulling en rol voor toezicht? Wat is dan efficiënt en effectief? Het panel van dit Reuring!Café was divers en de overheid, wetenschap en de toezichthouder zelf waren allen vertegenwoordigd en dat leidde tot een pittige mix van overtuigingen, meningen en uitspraken. Zo pakte de host en voorzitter van de Inspectieraad, Jan van den Bos, al gelijk stevig uit met zijn openingszin dat we ‘met toezicht hier een illusie in stand houden.’ De illusie dat toezicht altijd alle risico’s uitsluit. De illusie dat er altijd een verantwoordelijke te vinden is als het tóch misgaat. En hij voegde daaraan toe: ”Dat doen we met zijn allen!”

Controle vanuit vertrouwen of wantrouwen

Voorafgaand aan het debat had Jan van den Bos de wens uitgesproken om een eenduidig beeld van toezicht te scheppen. “We moeten erachter zien te komen wat de samenleving van toezichthouders verwacht en wat wij realistisch aan die samenleving kunnen leveren.” Een van de bankgasten, Frederique Six, universitair hoofddocent Public Governance aan de Vrije Universiteit Amsterdam, benadrukte het belang van vertrouwen in een dergelijk systeem. “Controle vanuit vertrouwen is veel sterker dan vanuit wantrouwen.” Reinier van Zutphen, Nationale Ombudsman, smeet echter de knuppel in het hoenderhok: “We hebben veel te veel georganiseerd toezicht en dat allemaal helpt de échte vraag omzeilen, namelijk wat heeft de burger hier nu aan?” Mark van Twist, decaan en bestuurder van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, relativeerde onmiddellijk: “Toezicht aan de kant zetten is risicovol.” Hij erkent even later toch ook dat ‘ministeriële verantwoordelijkheid’ een illusie is. Maar, zo stelt Van Twist, het is nog geen reden om het af te schaffen. “Mensen kunnen soms geholpen zijn met fictie.”

Wat is vertrouwen?

René Hoff, voormalig voorzitter van de Raad van Toezicht bij de Stichting Anton Constandse en de JP van den Bent stichting, nam in dat gesprek al stellig een positie in door te pleiten voor een volledige afschaffing van toezicht en vervanging door praten en leren, zodat de kwaliteit ècht gediend wordt. Hij kwam met een vernieuwende suggestie om van de Raden van Toezicht, Raden van Betrokkenen te maken. Hoff: “Een Raad van Betrokkenen kan met stakeholders praten over de juiste invulling van toezicht binnen een organisatie. Daarmee verdwijnt ook direct het aspect van controle.” Van Twist gaf aan het niet met die stellingname eens te zijn: “Een Raad van Toezicht moet ook de bestuurders kunnen ontslaan bij slecht functioneren. Een Raad van Betrokkenen lijkt mij daarin veel vrijblijvender.” Ook Van Zutphen heeft zijn twijfels: “Een Raad van Betrokkenen gaat veel over het vertrouwen waar Frédérique Six ook over sprak. Maar wat is vertrouwen? Vertrouwen betekent in mijn optiek helemaal niet controleren. Ik raad het iedereen in deze maatschappij af om alleen maar vertrouwen te hebben. Wantrouwen houdt mensen scherp.”

Maatschappelijk debat

Na een korte pauze gaf Frequin ruimte voor vragen uit de zaal. Een van de luisteraars stelde daarop de vraag of het proces van toezicht houden niet veel beter wordt als de samenwerking tussen inspecties intensiever wordt. Host Jan van den Bos antwoordde daarop dat die samenwerking al bestaat, maar dat vooral het proces van kennisuitwisseling verder verbeterd zou kunnen worden. De avond werd afgerond met een opmerking van een andere luisteraar. “We moeten het toezicht vanuit de burger niet vergeten. Niet alles hoeft via inspecties. Laten we vooral ook vanuit de bevolking controle uitoefenen en sectoren verbeteren.” Juist inzake dit laatst aangeroerde aspect is de Inspectieraad druk bezig met het maatschappelijk debat om te bezien hoe overheid en burger elkaar kunnen aanvullen op het noodzakelijke deel van toezicht.