Programma Top Toezichthouders
We leven in turbulente tijden. Er zijn belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen gaande die betekenis hebben voor het toezicht. De verwachtingen van de samenleving zijn hooggespannen. We hebben ons land lang getypeerd als een high trust society, maar dat hoge onderlinge vertrouwen staat onder druk. Dat heeft gevolgen voor de toezichthouders. Enerzijds omdat ze zelf middelpunt van groeiend wantrouwen (kunnen) worden. Vooral de onafhankelijke positionering van de toezichthouders ten opzichte van politieke, economische en maatschappelijke belangen ligt onder het vergrootglas. Anderzijds heeft ook groeiend wantrouwen jegens de organisaties waarop de inspecties toezien, gevolgen voor het toezicht. Deze ontwikkelingen vragen om reflectie en vervolgens om alertheid op de gevolgen van gemaakte keuzes. En deze ontwikkelingen bieden kansen voor het toezicht. Kansen om bij te dragen aan het herstel van publiek vertrouwen.
Leertraject voor nieuwe topbestuurders
Van de hoogste bestuurders bij de landelijke toezichthouders vraagt dit om voortdurend nadenken over de maatschappelijke positionering van hun organisaties. Om dit denken te ondersteunen is er een leertraject ontwikkeld voor nieuwe topbestuurders binnen het rijkstoezicht; een programma specifiek voor deze doelgroep. Bestuurders die leiding geven aan de rijksinspecties worden geconfronteerd met strategische vraagstukken en dilemma’s. Het Programma Top Toezichthouders (PTT) legt de relatie tussen de reflectie op dergelijke ontwikkelingen en het dagelijks handelen.
Doelgroep
Het programma is bestemd voor de hoogste leidinggevenden bij de rijksinspecties (schaal 16-19) en de laag daaronder, voor zover het om strategische functies gaat. Wat precies een strategische functie is, kan per inspectie verschillen en wordt per geval beoordeeld. Op termijn kan het programma open worden gesteld voor startende bestuurders en directeuren binnen het markttoezicht.
We vragen de deelnemer om open te staan voor verkennende ontmoetingen en uitwisselingen met andere inspectiediensten en toezichtorganisaties. En we verwachten dat de deelnemer de eigen werkpraktijk in relatie tot de werkwijzen van andere inspecties en toezichthouders wil onderzoeken.
Doel
Doel van het programma is:
- nieuwe topbestuurders in het rijkstoezicht vertrouwd te maken met de strategische thema’s waar het bij rijksinspecties en toezichthouders om draait
- deze thema’s gezamenlijk (in duo’s en collectief) uit te diepen
- de relatie leggen tussen het reflecteren op deze thema’s en het dagelijks handelen, aan de hand van een individuele leeragenda
Opzet programma
Het PTT bestaat uit een afwisseling van plenaire sessies, tussentijdse leeractiviteiten en leren op het werk. Het programma ondersteunt de deelnemers bij de oriëntatie op de uitdagingen waar ze voor staan en de wijze waarop ze zichzelf positioneren binnen het maatschappelijk krachtenveld. Het programma helpt bij het ontwikkelen van een persoonlijke visie, in samenspraak met andere bestuurders en gevoed door inzichten vanuit de buitenwereld.
Zelfsturend
Het programma is opgezet vanuit de gedachte van zelfsturend leren; de eigen dilemma’s, vragen, kennis en ervaring vormen het leermateriaal voor gezamenlijke reflectie, binnen de groep en in de buitenwereld. De persoonlijke leeragenda (zie verder) vormt hiertoe de leidraad, die wordt besproken met programma- en leerbegeleider. Gezien de werkdruk en praktijk van de deelnemers wordt geprobeerd het eigen werk en het programma te integreren. De werkvormen zijn gericht op interactie, samenwerking en onderzoek.
Intakegesprek
Voorafgaand aan het traject voert elke deelnemer een intakegesprek met de programma- en/of leerbegeleider(s). Dit gesprek is bedoeld om tot een goede afstemming te komen tussen de uitdagingen en dilemma’s van de deelnemers enerzijds en het programma aanbod anderzijds. Het gesprek is ook bedoeld om de ontwikkelvragen van de deelnemers te verhelderen. Tijdens het traject wordt, in duo’s met een medecursist, elkaars leerproces kritisch gevolgd. In het intakegesprek zullen de wensen en mogelijkheden hiertoe geïnventariseerd worden.
Gezamenlijke sessies
Het programma kent drie á vier gezamenlijke sessies:
In de eerste sessie (startbijeenkomst) krijgen de deelnemers een inleiding in het (speelveld van het) toezicht. Verder is deze sessie er vooral op gericht dat de deelnemers de vraagstukken, dilemma’s en aandachtspunten scherp formuleren, met elkaar delen en in interactie met elkaar verhelderen. De opbrengst van deze bijeenkomst is input voor het inhoudelijk aanscherpen van het vervolg. Ook worden afspraken gemaakt over aanvullende leeractiviteiten tussen de gezamenlijke sessies door.
In de gezamenlijke vervolgsessies wordt, rekening houdend met de opbrengst van de startbijeenkomst en aanvullende leeractiviteiten, verdieping gezocht op gedeelde thema’s en dillema’s.
Dit kunnen strategische onderwerpen zijn, zoals:
- maatschappelijke veranderingen en de impact daarvan op de rol, taak en werkwijze van inspectietoezicht
- de verschillende functies van toezicht in relatie tot publiek vertrouwen, publieke waarden en maatschappelijke effecten
- de (onafhankelijke en onpartijdige) positie van inspecties en de verhouding tot en samenwerking met beleidsmakers, uitvoerders en de politiek
- de behoefte aan en roep om transparantie, kwaliteitsborging en verantwoording
Maar ook onderwerpen die op het snijvlak van strategisch en tactisch/operationeel niveau liggen, zoals:
- innovaties in de uitoefening van het toezicht
- samenwerking tussen inspecties en met stakeholders/andere actoren
- (internationale) juridische kaders rond en voor toezicht
- professionalisering van toezichthouders (‘kritische beroepssituaties’, discretionaire ruimte ‘in het veld’ en omgaan met bias/vooringenomenheid)
- cultuur en gedragsverandering, lerende organisatie en just culture
Verdieping wordt gezocht door reflectie door deelnemers op een individuele of collectieve praktijksituatie, reflectie op een werkbezoek of inhoudelijke reflectie op een onderwerp, bijvoorbeeld aan de hand van casuïstiek bespreking. Verdieping wordt verder gezocht door inleidingen en bijdragen van deskundigen, waarna discussie volgt. Ook wordt verdieping gezocht op het individuele leren, gestuurd door de leeragenda en begeleid door de leerbegeleider.
De slotbijeenkomst staat in het teken van oogsten: de deelnemers presenteren op een eigen wijze hun bevindingen. Het programma sluit af met een netwerkbijeenkomst met inspecteurs-generaal en andere bestuurders.
Aanvullende leeractiviteiten tussen de gezamenlijke sessies door
Tijdens de startbijeenkomst worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld stages of werkbezoeken bij elkaars organisaties, een kennisbijeenkomst over een cruciaal thema of een interviewronde met interessante gesprekspartners. Deze activiteiten kunnen gericht zijn op wetenschappelijke of vakmatige verdieping, of op het vergroten van inzicht in de praktijk.
Omvang van de groep
Om de nodige kwaliteit te kunnen waarborgen werken we met een groep van 12 á 14 deelnemers.
Werksituatie van de deelnemers
De werksituatie van de deelnemers, het speelveld waarin je opereert, is leidend in dit traject. Als deelnemer bepaal je zelf met de andere deelnemers het vertrekpunt van het traject, de richting en de route. Het programma ondersteunt je bij deze tocht. Het geeft een kader en een context om hernieuwd te kijken en te acteren in je eigen werkomgeving.
Vraagstukken ‘on the job’
Uiteindelijk moeten de inzichten die je opdoet vertaald worden naar je eigen werkplek. Daar wordt je persoonlijke vraagstuk concreet gemaakt. Het persoonlijke vraagstuk vraagt contactmomenten met andere deelnemers. Houd rekening met extra tijdsinvestering. Ondersteunende, verdiepende theorie en artikelen bekijk je online via het kennisnetwerk. Een werkbezoek (stagebezoek) voer je uit op de werkplek van een collega en organiseer je ‘in return’ voor hem/haar.
Persoonlijke leeragenda, eigen vraagstuk, werken in duo’s
Elke individuele deelnemer:
- werkt met een persoonlijke leeragenda, waarin persoonlijke ontwikkelpunten staan omschreven.
- werkt gedurende het hele traject aan een zelf ingebracht vraagstuk of dilemma, waarover hij/zij bij de oogstbijeenkomst een persoonlijke presentatie geeft. Dit vraagstuk heeft zowel een individuele als een organisatie component. Voor de presentatie valt te denken aan een essay, film, blog, ppt over identiteit, reputatie en beeldvorming van toezicht en de rol van bestuurder in het geheel.
- voert gedurende het traject (in een vast duo) gesprekken met een medecursist over beider persoonlijke vraagstukken, beider leeragenda’s, de presentatie voor de oogstbijeenkomst en regelt voor hem/haar een stagebezoek in de eigen organisatie.
Begeleiding
Het programma wordt begeleid door Rob van Lint, voormalig inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) Hij heeft ruime ervaring in het vakgebied, kent de Haagse wereld, is scherp op de inhoud en kan groepen begeleiden. Hij wordt aangevuld door een leerbegeleider met ruime ervaring met leerbegeleiding van rijksambtenaren in de hogere managementlagen. Programmaleider en leerbegeleider zijn samen met de Academie voor Toezicht (AvT) verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorbereiding en uitvoering van het programma en de begeleiding van de deelnemers. Zij vormen de rode draad gedurende het hele traject, zowel qua inhoud als groepsproces.
PTT in ToeZine
Op 11 oktober 2022 verscheen er een artikel in ToeZine over het PTT. Deelnemers Henk Korvinus (IJV) en Francine Kiewiet de Jonge (SodM) vertellen over hun ervaring met de pilot van het programma en Ytzen Renema (Inspectieraad) schets de contouren van het ontstaan en de toekomst van PTT.
Aanvankelijk zou hij helemaal niet aan de pilot meedoen. Hij had een collega gevraagd te gaan. Omdat die op het laatste moment niet kon, besloot Henk Korvinus, inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid, zelf deel te nemen. “Daar heb ik geen moment spijt van gehad. Ik heb het programma mede geïnitieerd, dan is het goed om het zelf te ervaren. Vooral dat je het traject met collega’s van andere inspecties volgt, is zeer waardevol.”